De Brexit-onderhandelingen gaan tussen het Verenigd Koninkrijk en de 27 overblijvende EU-landen. Toch?
Helaas, dat zit ingewikkelder in elkaar. De Europese Unie sluit namens de lidstaten tal van internationale verdragen met niet-leden. Het Verenigd Koninkrijk zal daarom bij het verlaten van de Europese Unie ook uitvoerig moeten heronderhandelen met andere niet-EU-landen.
Zakenkrant The Financial Times ging eens diep spitten en kwam tot de volgende vaststelling: los van de onderhandelingen met de Europese Unie moet het Verenigd Koninkrijk liefst 759 verdragen met niet-EU landen heronderhandelen.
Grofweg vallen hierbij de volgende categorieën te onderscheiden
- 295 handelsverdragen
- 202 verdragen over samenwerking bij regelgeving (van kartelvorming tot dataprivacy)
- 69 visserijverdragen
- 65 transportverdragen (vooral luchtvaart)
- 49 douaneverdragen
- 45 nucleaire verdragen
- 34 landbouwverdragen
De grote uitdaging is dat veel landen waarmee het VK moet onderhandelen, eerst helderheid willen hebben over de uitkomst van de Brexit – dus de nieuwe relatie van de Britten met de EU – voordat ze echt willen onderhandelen.
Vliegverkeer en kerncentrales
Op een aantal gebieden luistert dit nauw, bijvoorbeeld bij de luchtvaart en in het geval van nucleaire overeenkomsten. Als het VK bijvoorbeeld in maart 2019 afscheid neemt van de EU, moeten er eigenlijk meteen ook nieuwe luchtvaartovereenkomsten met de VS worden getekend - anders kan bijvoorbeeld het vliegverkeer van en naar het Verenigd Koninkrijk problemen ondervinden.
Afspraken over het vervoer van nucleair materiaal zijn ook belangrijk. Die worden nu via Europese overeenkomsten geregeld. Als de Britten daar in de overgangsperiode naar de Brexit geen alternatieve deals klaar hebben liggen, kan bijvoorbeeld de aanvoer van nucleair materiaal voor Britse kerncentrales in het geding komen.
De Britse minister voor handel Liam Fox heeft "nul disruptie" beloofd bij het afsluiten van nieuwe handelsverdragen met niet EU-landen. De vraag is of het zo gaat werken.
Als het VK andere landen vraagt om nieuwe handtekeningen, biedt dat de ruimte voor nieuwe eisen. De Russische ambassadeur bij de EU zegt hierover tegenover de FT: "De Russische diplomatieke dienst staat erom bekend stevig te kunnen onderhandelen. Daar zijn we erg trots op."